Wat zien we?


Het is een mooie dag, een week of wat geleden, en het is net na drieën als ik even de tijd heb om bij de garage langs te gaan om naar het oplichtende lampje op m’n dashboard te laten kijken. Of liever gezegd: de reden erachter. Omdat ik wel m’n kinderen van school moet halen zit ik een beetje ‘op hete kolen’. Ik kan ze natuurlijk wel naar huis laten lopen met z’n tweeën, maar de tijd dat ‘het touwtje uit de deur hing’ is al even voorbij!

Op dat moment zegt Maarten (naamgenoot én verkoper bij m’n dealer): ‘Pak maar even die leenauto, zie ik je zo wel terug.’ Een uitkomst, want zó kan ik ook nog even inkopen doen met de kinderen. Ik zet de auto weer terug bij de dealer. ‘Lampje’ was uiteindelijk een overgevoelige sensor. Nu heb ik die wel vaker, maar wat zie ik? Niets op de rekening! En Maarten lacht van achter z’n buro. Een beetje ongemakkelijk zeg ik dat ík ‘bij hem  in het krijt sta.’ Hij steekt zijn hand op en roept: ‘Kijk maar….’. We glimlachen. Ik rij weer vrolijk weg bij m’n dealer!

Net dat stapje verder gaan dan dat je verwacht!
Zien we dat óók bij de politicus, de arts, de pastoor, óf de opticien die jouw bril bijstelt...?

Vorige columns >>