Laatst was ik in mijn voortuin bezig om een ‘tegeltje te lichten’ voor een paar planten, dat stukkie extra groen, toen er een mooi vlindertje langs vloog. En wel op zo’n korte afstand, dat ik dacht: … bijna achter mijn brillenglazen langs. Tuurlijk, je kijkt op en volgt het insect even gedachteloos naar de volgende bloem. Je bent tenslotte aan het ontspannen in je tuin. Dus ik ga door met m’n werk en probeer met de stenen die ik er net eindelijk ‘uit’ had, het oorspronkelijke patroon van de bestrating een beetje te redden, door ze op mijn manier ‘op maat’ te maken/breken/hakken/slopen. Zeg maar: ontspannennnnnn!

Wel nu, deze bezigheid wordt bruut verstoord door een helikopterende libelle die uit het niets opdoemt en werkelijk voor mijn ogen het lieve vlindertje ‘te grazen neemt’. Een soort van knibbel- knabbel-knuisje, maar dan zonder sprookje. Vlindertje op en dood. Zoiets als: Ja, stom hè, kvind het gwoon lekker! (Calvé® ;))

Van de schrik bekomend ga ik even op de grond zitten. Je moet tenslotte ook blijven drinken, dus pak ik dat er gelijk even bij. Schets ik graag jullie mijn verbazing als pal naast mij op zo’n ‘vakkundig gehouwen’ steen plaats neemt: de libelle. Onverstoorbaar en duidelijk na-genietend van de overheerlijke hap van zojuist. Ik heb m’n glas ook leeg als ik, toch gebiologeerd door deze ‘biodiversiteit’ in mijn voortuin, deze libelle eens nader bekijk. Het heeft iets mysterieus over zich. Ik heb zelfs het gevoel dat wij oogcontact maken. Ben ik toch bijna door die schoonheid al die ‘dood en verderf zaaierij’ vergeten…

Vliegt er weer een vlindertje voorbij. Roep ik naar die libelle: Als je het waagt, Precilla! Ze bleef mooi zitten voor de foto.